Gebitsverzorging

gebitsverzorging

Bij puppy’s en bepaalde rassen

Hoewel gebitsproblemen normaal gesproken ontstaan vanaf ongeveer 3 jaar, kan het ook wel eens zijn dat het bij jongere honden voorkomt. Bij bepaalde rassen (zoals de Dwergschnauzer, Yorkshire terriër en poedel) kunnen deze problemen al eerder komen. Het is daarom erg belangrijk om het gebit van uw hond goed in de gaten te houden en te verzorgen. Hoe eerder u ermee begint, hoe vroeger de hond eraan gewend raakt en hoe makkelijker dit in de toekomst zal gaan.


Oorzaak

Tandplak is het beginstadium van gebitsproblemen. Tandplak is een (onzichtbaar) laagje op de tanden dat binnen 24 uur wordt omgezet naar tandsteen. Het bestaat uit bacteriën, voedingsresten en slijm. Tandsteen is een ruw oppervlak op de tanden, dat natuurlijk een ideale bodem is voor nog meer tandplak en tandsteen. Gevolgen van tandsteen zijn onder andere ontstoken tandvlees (door het duwen en de bacteriën in het tandsteen) en het verlies van tanden. Op lange termijn kan het zelfs zorgen dat vitale organen ontstoken raken, doordat de bacteriën hun weg naar binnen werken via de gaatjes en via de bloedbaan.


Symptomen

Hoewel veel honden gebitsproblemen hebben, zal u dat niet meteen merken. Ze kunnen namelijk niet praten. Een belangrijk symptoom is dat de hond niet meer eet en enorm uit de bek stinkt. Vaak denken mensen dat hun hond ‘gewoon’ uit de bek stinkt, maar dit hoeft niet: het duidt vaak op slecht voer en daarom slechte tanden. Vaak verandert de kleur van de tanden (van wit naar bruin) en soms gaat de hond zich zelfs anders gedragen (teruggetrokken, bang en afstandelijk). Vooral als u met uw hand in de buurt van de bek komt zal de hond angstig reageren.


Wat als er te veel gebitsproblemen zijn?

Als deze problemen allemaal aanwezig zijn, zal de hond naar de dierenarts moeten. Hier wordt hij volledig onder narcose gebracht waar vervolgens de dierenarts de tanden schoon gaat maken (en eventueel zelfs tanden gaat trekken). Dit is een vervelende ervaring voor de hond en na de behandeling kan het zijn dat hij pijn heeft en zelfs pijnstillers/antibiotica moet. Daarom willen we dat dit probleem voorkomen wordt.


Afhankelijk van het voer

Vaak wordt gedacht dat bij wilde honden tandsteenproblemen minder vaak voorkomen. Dit omdat zij vlees eten, en dit beter is voor de tanden. Vlees kan een beetje helpen, maar helemaal voorkomen zal het niet doen. Nat voer kan ook voor problemen zorgen: dit omdat het de tanden alleen maar plakkerig maakt, en dat is natuurlijk ideaal voor tandplak (met als gevolg: tandsteen). Brokken zijn het beste voor de hond, in combinatie met de juiste botjes en speeltjes.


Hoe kan ik dit voorkomen?

Zorg dat de hond voldoende speeltjes heeft en voornamelijk harde brokken eet (van goede kwaliteit). Nat voer op zijn tijd mag wel, maar niet te vaak: dit zorgt voor meer tandplak. Eventueel kan u ook de tanden poetsen van de hond. Voordeel hiervan is dat het heel goed werkt, nadeel is dat het dagelijks moet en dat de hond het vaak vervelend vindt.


Tandenpoetsen

Als u besluit de tanden te gaan poetsen van uw hond kunt u dit het beste van jongs af aan aanleren. Doe dit niet te lang: 3 minuutjes per dag is meer dan voldoende voor schone tandjes. Leer de hond de smaak van de tandpasta kennen, leer de hond dat er aan zijn bek wordt gezeten en laat hem wennen aan het gevoel van de tandenborstel voordat u echt te werk gaat. Poets eerst de hoektanden en eindig met de snijtanden.